Oprichting en historie

Oprichting

De Stichting Garantiefonds voor Bedrijfskrediten, is opgericht op d.d. 11 Juli 2014 conform de statuten. Na goedkeuring van de statuten zijn deze gepubliceerd in het Advertentieblad van de Republiek Suriname d.d. vrijdag 22 augustus 2014 No. 67.

De Beheerder is belast met de uitvoering van het beleid van het Bestuur en voert het beheer over de Stichting.

Conform artikel 11 van de statuten zijn de taken van de Beheerder als volgt:

  1. het beheren en administreren van de tot de Stichting behorende middelen en wel zodanig dat er geen vermenging met het eigen vermogen van de Beheerder plaatsvindt;
  2. het verzorgen van de administratie en het voeren van het secretariaat van de Stichting. Dit laatste omvat tevens het afwikkelen van de correspondentie, alsmede het voorbereiden en de nazorg van de periodieke vergaderingen van het Bestuur;
  3. het, in overleg met het Bestuur, formuleren van de te hanteren procedure- en gedragsregels met betrekking tot de relaties met de stakeholders van de Stichting;
  4. het ten behoeve van het Bestuur opstellen van halfjaarlijkse verslagen en het verslag van het lopende jaar over de gang van zaken en de financiële positie van de Stichting, alsmede het in overleg met het Bestuur concipiëren van de jaarlijkse begroting voor het komend jaar;
  5. het ten behoeve van het Bestuur in bancaire en juridische zin toetsen van garantieaanvragen;
  6. het in opdracht van het Bestuur verrichten van alle rechtshandelingen ter realisering van de doelstellingen van de Stichting, waaronder:
  7. het voor rekening en risico van de Middelen van de Stichting en conform de door het Bestuur goedgekeurde financieringsvoorstellen aangaan van garantieovereenkomsten met daarvoor in aanmerking komende kredietinstellingen; alsook
  8. het op basis van de onder sub i bedoelde overeenkomsten afwikkelen van eventuele financiële verplichtingen jegens kredietinstellingen;
  9. het toezien op de naleving van de voorwaarden en verplichtingen van de kredietinstellingen, voortvloeiend uit de namens de Stichting met hen gesloten garantiestellingovereenkomsten;
  10. het beleggen van tijdelijk overtollige middelen in overeenstemming met door het Bestuur te verstrekken richtlijnen en voor zover relevant na uitdrukkelijke toestemming van het Bestuur; alsmede
  11. het gevraagd en ongevraagd adviseren van het Bestuur inzake aangelegenheden met betrekking tot onder andere de realisatie van de doelstellingen van de Stichting.

Historie

De Stichting Garantiefonds voor Bedrijfskredieten is in 1979 opgericht met het doel het bevorderen van investeringen in alle bedrijfstakken, met uitzondering van de handel. Zij heeft als taakopdracht meegekregen dit doel te bereiken door het onder bepaalde voorwaarden verstrekken van garanties ten behoeve van kredietinstellingen voor de door deze instellingen verleende bedrijfskredieten.

Na een bevredigende beginperiode is het getij gekeerd en zijn de activiteiten gestaakt, voornamelijk vanwege de devaluatie van de waarde van het fonds. Door de beheerder zijn in 1997, tezamen met het toenmalig Bestuur van het fonds, de eerste pogingen gedaan voor heractivering van het fonds. Vanwege het uitblijven van resultaten hiertoe en vanwege een natuurlijke afvloeiing van bestuursleden van het fonds in de periode daarna, is in 2002 door de enige overgebleven bestuurslid het totale archief van het bestuur overgedragen aan de beheerder en heeft het enig lid ook formeel bedankt als bestuurslid van het fonds. Vanwege een dispuut tussen het laatste bestuurslid en het Ministerie van Financiën, inzake aanspraken van het gewezen (laatste) bestuurslid inzake de actuele waarde van de vergoedingen aan het laatste is door de Minister van Financiën besloten om Centrale Landsaccountantsdienst (CLAD) in te schakelen voor een algehele doorlichting van het fonds. Op basis van het rapport van de CLAD d.d. 26 augustus 2002 no. 519 is toen voorgesteld de Stichting te ontbinden. Vervolgens heeft de Raad van Ministers (RvM) goedkeuring gegeven aan een voorstel tot haar liquidatie en ontbinding.

Het besluit van de RvM is niet uitgevoerd en tenslotte is in 2009 de reactivering van het fonds wederom opgepakt met als resultaat de benoeming van een nieuw bestuur in 2014.